Het is oudjaarsavond 1988. In de woonkamer van mijn oom en tante klinkt gelach en druk gepraat en tafels staan vol heerlijk eten en drinken. Ik speel samen met mijn neefjes en nichtjes en we maken een hoop plezier. Net als ik mijn vierde oliebol in m’n mond wil stoppen zegt mijn vader dat het tijd is om naar bed te gaan. Echt? Ik kan het niet geloven. Moet ik nu al naar boven? Ik ben toch al acht jaar oud?! Het feest is in volle gang. Ik vind het oneerlijk. Ik kan toch wel voor één keer opblijven? “Ik maak je even voor middennacht weer wakker voor het vuurwerk”, zegt papa. Ik weet dat verzetten geen zin heeft, papa is best wel streng. Met hangend hoofd slof ik de trap op. Boven poets ik mijn tanden en trek m’n pyjama aan. M’n vader stopt me in het bed van m’n oudere neef Eelco, kust me welterusten, doet het licht uit en verdwijnt in het donker. Het is een paar seconden stil. Dan hoor ik de bulderende lag van oom snor door de vloer heen. Hoe kan ik nou slapen met al die herrie beneden van het feest? Ik ben boos en teleurgesteld. Ik wil beneden zijn. Ik mag als enige niet mee feesten. Dit voelt als een straf.

Pippie, Pappie en Poppie zijn een feest!

Dan hoor ik de deur voorzichtig opengaan. “Ssssst”, ik ben het”. Het is neef Geert! Er verschijnt een glimlach op m’n gezicht en ik voel de sensatie opkomen. Zou hij Pippie, Pappie en Poppie weer gezien hebben? Heeft Geert een nieuw verhaal voor me? Ik kijk mijn grote neef met vragende ogen aan. Geert beantwoord met een bevestigende glimlach. “Pippie, Pappie en Poppie waren in de Ardennen en ze hebben me iets voor je meegegeven”, zegt hij. Hij haalt een Belgische Frank uit zijn broekzak en drukt hem in mijn handje. Ik laat het muntstuk door m’n vingers glijden en bekijk hem aan alle kanten. “Wow, een echt Frank van Pippie Pappie en Poppie! Ik vind het geweldig. Het feest beneden is niet meer belangrijk. “Wil je weten hoe ze aan die Frank gekomen zijn en wat ze meegemaakt hebben in de Ardennen?” “Jaaaaaaaa!”, antwoord ik. Natuurlijk wil ik dat weten. Geert gaat naast me op bed liggen en begint te vertellen…..

Ik hield van Pippie, Pappie en Poppie

Pippie, Pappie en Poppie waren onderdeel van mijn kinderjaren, zoals mijn buurjongens, mijn school, de welpen, onze grote familie en Sinterklaas dat waren. Pippie, Pappie en Poppie waren geen drie karaktertjes uit verhaaltjes. Nee, ze bestonden echt! Ik had ze alleen nooit live gezien. Maar mijn grote neef Geert wel! Hij was gewoon de boodschapper en vertelde mij alles door wat hij van Pippie, Pappie en Poppie had gehoord. Ik had altijd het gevoel dat ik ze ook op een dag zou ontmoeten. Ik hield van Pippie, Pappie en Poppie en wist dat ze ook van mij hielden, want ze hadden altijd een boodschap of een kadootje voor me. Ze waren mijn vriendjes en ze hielden net als ik van de wereld ontdekken en avonturen beleven. Ik voelde een diepe verwantschap met de drie. Op een dag zouden we samen op reis gaan, dat wist ik zeker….

Geef een reactie